Gerrit
Op de middelbare school had ik een bijzondere klasgenoot. Hij heette Gerrit, was altijd in het zwart gekleed en maakte de indruk uitsluitend te wachten op de volgende schoolvakantie. Hij zei vrijwel nooit iets. Eens in de twee maanden debiteerde hij zijn spreuk van de maand. Met lage en rustige stem zei hij dan iets als: "De Waarheid bestaat niet..., of is gelogen..." of "Als de nood het hoogst is, is het einde nabij..."
Als een leraar hem een vraag stelde, keek hij heel serieus en maakte hij de indruk héél diep na te denken... Wij hebben in al die jaren nooit een antwoord van hem mogen vernemen. Op één uitzondering na. In de eerste les van het nieuwe vak “Recht” vroeg de leraar min of meer retorisch: “Wat is Recht”?! en Gerrit antwoordde naadloos: “Alles wat niet krom is...” Iedereen in de klas keek hem verbijsterd aan; Gerrit bloosde, keek weer uit het raam en wachtte verder op de volgende vakantie.
Zowel tijdens als na mijn studie heb ik menigmaal aan Gerrit en zijn definitie van Recht gedacht. Hoewel er oorspronkelijk geen ruimte leek voor zelfs maar een speld, zie ik nu dertig jaar later regelmatig ruimte voor een breekijzer. Toen waren Recht en Gerechtigheid nog aan elkaar gelijk. Daarna ging het over de Bewijsbare Waarheid en nu zelfs al over de Illusie van de Schijn van de Werkelijkheid. Juristerij viert hoogtij, Gerechtigheid is nog slechts een academisch begrip.
Op een dinsdagochtend belde Gerrit op. In tien minuten werd die dertig jaar en de huidige situatie even bijgepraat. Hij wilde hier een tijdje wonen en had een huis gehuurd. Hij had een contract voor vijf jaar, begreep het niet helemaal en vertrouwde het steeds minder. Of ik even naar het contract kon kijken...
Waar ik al een beetje bang voor was klopte: het was een contract voor vijf jaar; daarna moest er in ieder geval een nieuw contract komen. Maar de huurperiode was elf maanden, die zonder tegenbericht steeds stilzwijgend verlengd werd, onder aanpassing van de huur aan de inflatie. Dit is mede om te voorkomen, dat er een recht op huurbescherming ontstaat. Alleen als de verhuurders de woning weer nodig zouden hebben voor zichzelf of een familielid, konden ze de huur beëindigen. Iedere elf maanden dus. Gerrit was er niet blij mee, vooral omdat hij al aardig wat geld had uitgegeven aan verbeteringen als zonneschermen etc.
Ik stelde hem zo goed mogelijk op de hoogte en raadde hem aan, dat als hij iets moest tekenen of aanbetalen, het geheel altijd eerst door een -liefst Nederlands sprekende- jurist te laten bekijken. Was hij het helemaal mee eens.
Een week later belde hij weer. Hij had weer een afspraak gemaakt met de verhuurders, omdat hij het geen stijl vond; de emoties waren opgelopen en voor hij het wist zat hij op het politiebureau. De verhuurders waren advocaten en hadden zich bedreigd gevoeld... een behoorlijk gevaarlijke combinatie. U heeft het vast al vaak genoeg gehoord, maar in de praktijk gaat het mis voor je het weet. Als u ooit in een situatie komt, dat u mee moet naar een politiebureau of anderszins een verklaring moet afleggen, waarbij u uzelf kunt belasten, verklaar dan uitsluitend, dat u niets te verklaren heeft, omdat u het gevoel heeft, dat u niets verkeerd gedaan heeft. En vraagt u dan rustig om een Nederlands sprekende advocaat. (Beter dan een tolk). Dat mag niet alleen, maar is ook verstandig. Als u kiespijn heeft, gaat u naar een tandarts en als u een juridisch probleem heeft, vraag dan om een advocaat. Hij of zij kan u waarschijnlijk beter helpen, dan dat u het zelf probeert op te lossen.
Het is ook niet onverstandig een rechtsbijstand verzekering af te sluiten.
Toen ik Gerrit zijn uitspraken van vroeger in herinnering bracht, glimlachte hij verlegen. Zijn glas is tegenwoordig nog half vol, in plaats van al half leeg. De laatste die hij opgeschreven heeft luidt dan ook: “Gooi gerust uw badwater weg, er zit niet altijd een kind in...”
|